Biobased bouwen is dé manier om op een positieve en regeneratieve wijze bij te dragen aan het milieu. Om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen zullen we in de toekomst moeten gaan bouwen met natuurlijke bouwmaterialen. Hiervoor is biobased verbouwen nodig. De boer produceert grondstoffen die de bouw als bouwmateriaal kan toepassen. De aandacht en belangstelling hiervoor groeit, maar toch blijkt biobased (ver)bouwen in Nederland nog niet grootschalig van de grond te komen.
5 to-do's om de transitie te versnellen
1. Via wet- en regelgeving sturen op het gebruik van biobased materialen in de bouw
Wet- en regelgeving spelen een cruciale rol in het bevorderen van biobased bouwmaterialen, waarbij de overheid een leidende rol kan spelen in de versnelling van deze transitie. Een gebrek aan overheidssturing wordt geïdentificeerd als een belangrijk obstakel voor deze overgang, en wet- en regelgeving worden vaak gezien als onderwaarderend voor de positieve impact van biobased bouwmaterialen. Om het gebruik van biobased materialen te stimuleren, kunnen maatregelen worden genomen:
• Het sturen via wet- en regelgeving
• Het vaststellen van een gegarandeerde prijs
• Het gebruik van stimuleringsinstrumenten zoals subsidies, transitievergoedingen en certificaten
• Het opstellen van convenanten tussen bouwers en ministeries
• Het specificeren van het volume van huizen gebouwd met biobased materialen
• De ontwikkeling en ondersteuning van de vezelverwerkingsindustrie
• De certificering van biobased bouwmaterialen
Deze maatregelen kunnen helpen bij het creëren van een gunstiger klimaat voor biobased bouwen en het bevorderen van duurzamere bouwpraktijken.
2. Ontwikkelen van een vezelindustrie
Het onderwerp biobased verbouwen krijgt steeds meer aandacht en urgentie, maar toch is het gebruik van biobased bouwmaterialen in Nederland nog beperkt.
Voor de bouw en de boer is het momenteel nog niet aantrekkelijk om biobased te worden. Zo zijn biobased bouwmaterialen duurder dan conventionele bouwmaterialen en kan de boer met slechts de opbrengst van vezelgewassen nu nog geen boterham verdienen. Ook gebrek aan kennis zorgt voor een terughoudende houding bij bouwers.
Naast vraag en aanbod is de verwerking van de biobased grondstoffen ook een belangrijk onderdeel voor het ontwikkelen van een markt voor biobased producten. Vanuit het onderzoek blijkt dat de vezelverwerkingsindustrie nog onderontwikkeld is. Om biobased productie op te schalen is de aanwezigheid van een vezelverwerkingsindustrie een basisvoorwaarde.
3. Certificeren van biobased bouwmaterialen
Bouwmaterialen moeten aan strikte kwaliteitseisen voldoen. Nieuwe bouwmaterialen moeten daarom eerst gecertificeerd worden voordat ze mogen worden toegepast in de bouw. Dit gebeurt door geaccrediteerde instanties die gespecialiseerd zijn in het testen van bouwmaterialen.
Wanneer het materiaal aan de eisen voldoet, kan het worden gemarkeerd met het certificeringsmerk of -label wat aangeeft dat het geschikt is voor gebruik in bouwprojecten. Het belangrijkste doel van certificering is het waarborgen van de veiligheid, de kwaliteit en de prestaties van het materiaal.
De testresultaten van bouwmaterialen zijn te raadplegen binnen de databases van de instantie die de certificering verstrekt.
Bouwprofessionals moeten bij het selecteren van bouwmaterialen altijd letten op de certificering en ervoor zorgen dat ze materialen gebruiken die voldoen aan de relevante normen en voorschriften voor hun specifieke projecten. Voor het bouwen met biobased materialen is certificatie dus van belang. Met vezelhennep en vlas wordt al tientallen jaren gebouwd, deze gewassen zijn dan ook gecertificeerd.
Echter blijkt het certificeren van de ‘nieuwere’ biobased materialen, zoals miscanthus, de nodige belemmeringen op te leveren. Hierdoor wordt het voor bouwbedrijven ingewikkeld om met biobased producten aan de slag te gaan. Neem bijvoorbeeld miscanthus: dit is in essentie een duurzamer product dan vezelvlas, want het absorbeert veel meer CO2.
Het is dat er voor dit soort nieuwe producten nog geen passende certificaten zijn omdat geschikte normen tot op heden nog ontbreken. Dat een product biobased is, zegt nog niets over de duurzaamheid van het product. Hiervoor zullen biobased materialen duurzaam gecertificeerd moeten worden, wat uiteindelijk zal bijdragen aan een positieve gangbaarheid van de ‘nieuwere’ biobased bouwmaterialen.
4. Zorg voor een goed verdienmodel voor de boer
Momenteel werkt de overheid aan een uitkoopregeling voor boeren om de stikstofuitstoot te verminderen. Maar is er misschien een alternatieve benadering mogelijk. Boeren zouden ervoor kunnen kiezen om gewassen te verbouwen die door een nauwe samenwerking tussen boeren, verwerkers en bouwers stikstofuitstoot sterk kunnen reduceren, zonder dat de boer moet stoppen met het bedrijf.
Daarnaast kan de overheid nog aanvullende bijdragen verstrekken om de boer tegemoet te komen, bijvoorbeeld in de vorm van een transitievergoeding. In ons onderzoek hebben we gekeken naar een mogelijk verdienmodel van biobased verbouwen. Hieruit is gebleken dat een mogelijk verdienmodel aantrekkelijk kan zijn, mits de GLB-opbrengsten en de CO2-opbrengsten hierin worden meegenomen.