Bij uitvoering van de warmtetransitie ligt focus op individuele oplossingen

Het college van Gouda heeft besloten om in de uitvoering van de warmtetransitie meer te focussen op individuele oplossingen, aangevuld met klein-collectieve systemen, in plaats van grootschalige warmtenetten. Met de gemeentelijke deadline van ‘2040 aardgasvrij’ in zicht werd besloten om de dure en tijdrovende warmtenetplannen in de ijskast te zetten. Gemeente Gouda heeft Merosch gevraagd om te ondersteunen bij het opstellen van een bijbehorende uitvoeringsstrategie ‘all-electric’.

Ervaring met opstellen en begeleiden van strategieën richting aardgasvrij

Merosch heeft in verschillende gemeentes ervaring met het opstellen en begeleiden van strategieën richting aardgasvrij en zet deze kennis nu in om te reflecteren op de plannen van Gouda en om draagvlak te organiseren onder de stakeholders. Dit doen we door te adviseren over hoe belanghebbenden het beste betrokken kunnen worden bij de totstandkoming van de strategie. We gaan daarbij in op de vraag wanneer stakeholders (woningcorporaties, woningeigenaren, netbeheerder, etc.) betrokken kunnen worden tijdens de totstandkoming van de strategie, op welke manier en met welke boodschap. Waar mogen bijvoorbeeld bewoners iets van vinden, en hoe bakenen we dat op een goede manier af?

Merosch reflecteert op de door de gemeente opgestelde concept-strategie, waarbij we vanuit technisch-inhoudelijk perspectief meelezen maar ook vanuit de lessen die we hebben getrokken vanuit de samenwerking met andere gemeentes en in adviesprojecten met gebouweigenaren. In drie klankbordbijeenkomsten, waarin Merosch de voorzittersrol vervult, worden de deelnemers meegenomen in de concept strategie en wordt input opgehaald, waarna de strategie verder definitief gemaakt kan worden.

Integrale duurzaamheidsvisie

De eerste stap om mee te denken over het opstellen van een succesvolle uitvoeringsstrategie is inzicht in de beschikbare data en het nadenken over kansrijke ‘clusters’; ofwel op gebouwtype niveau, ofwel geografische clusters. Met de uitkomst van deze ‘clusterverkenning’ kan gezamenlijk met het projectteam en de netbeheerder worden bepaald op welke (clusters van) gebouwen ingezet kan worden in de periode 2025-2030, hoe in de resterende periode van 2030 – 2040 de andere gebouwen/clusters hier in de tijd op kunnen volgen en wat dit vraagt van de stakeholders.

We zetten daarbij zoals gebruikelijk ook onze integrale duurzaamheidsvisie in, door bijvoorbeeld ook netcongestie mee te nemen in de opgave: zijn er kansen om bewoners te bewegen richting netcongestieneutrale(re) keuzes? Denk aan bodemenergie versus lucht, maar ook: eerst isoleren en dan van het gas af. Ook speelt de huidige status van de netverzwaringsopgave mee in het komen tot een routekaart: wat kunnen bewoners van wijken waar de netverzwaringsopgave verder in de toekomst ligt nu al doen, zodat de laatste stap naar aardgasvrij zoveel mogelijk gezet kan worden na de netverzwaring?