Bij de overheid en gemeenten is veel aandacht voor de inpassing en betaalbaarheid van centrale warmtenetten. De verwachting is dat uiteindelijk maar 1 op de 6 woningen hierop wordt aangesloten. Het overgrote deel zal uiteindelijk een (individuele) warmtepomp krijgen.
Deze oplossing wordt nu al 3x zo vaak toegepast als warmtenetten (circa 30.000 in 2023) en het tempo neemt rap toe. Dit spoor heeft meer draagvlak, is veelal goedkoper en gaat sneller. Maar wordt in veel gevallen niet optimaal en netbewust toegepast.
Het verschil tussen een netbewuste inpassing van een individuele warmtepomp of een inpassing waar daar niet aan gedacht word? Dat kan zomaar een vermogenspiek van 1 of 5 kW per woning zijn. Ofwel: een factor 5!
Dát is het verschil tussen een wijk waar het licht tijdens een donkere avond in december wel blijft branden en een wijk waar het licht uit gaat.
Mijn oproep aan lagere en hogere overheid: kom met beter en gerichter beleid en wet- en regelgeving voor dit spoor om geen kansen te missen en toekomstige knelpunten te voorkomen. We komen in mei/juni met de resultaten van ons onderzoek waarbij verschillende varianten worden vergeleken.
Reden van het onderzoek is dat onze (meet)onderzoeken aantonen dat er een zeer grote spreiding is van de netbelasting van individuele warmtepompen. Hier alvast de eerste tips:
-
Isoleer de woning goed, reduceer de warmteverliezen. Minder verwarmingsvermogen is ook minder elektriciteitsbelasting van de warmtepomp op het net. Dit kan circa 0,5 tot 1 kW per woning schelen.
-
Zorg voor laagtemperatuur verwarming (< 40°C). De netbelasting van een hoogtemperatuur warmtepomp (70°C) is ongeveer 2 keer zo hoog. Scheelt ook circa 0,5 tot 1 kW.
-
Zorg dat het elektrische bij/noodverwarmingselement uitsluitend ingeschakeld wordt bij storing van de warmtepomp. Dus niet als bijverwarming. Dit scheelt circa 2 tot 3 kW.
-
Kies, indien mogelijk, voor een bodemwarmtewisselaar in plaats van een luchtwarmtepomp. Deze is niet alleen energiezuiniger maar het scheelt met name in de piekmomenten (= bij hele lage buitentemperaturen). Verschil ligt rond de circa 1 kW.
-
Pas de ISDE+ regeling aan op bovenstaande en zorg dus dat warmtepompen/ontwerpen met de laagste net belasting de hoogste ISDE subsidie krijgen en degene met de hoogste netbelasting de laagste subsidie.
-
Individuele warmtepompen hebben nu al technisch de mogelijkheid om gunstigere momenten aan/uit geschakeld te worden door een externe sturing. Bijvoorbeeld op basis van tarieven en/of netbelasting zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van het comfort. Zorg dat bewoners hier gebruik van gaan maken door positieve financiële prikkels.
-
Neem genoemde aspecten mee in de voorlichting (vanuit onder andere NPLW) naar en vanuit gemeenten naar de burgers. Hier is nog veel onbekendheid over.