Actueel & kennis

De 3 energieprestatie-indicatoren van de BENG-methodiek

Publicatie 14 mei 2024 Sven Korpershoek

Het wettelijke kader om energiezuinige gebouwen te reguleren is vastgesteld in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Sinds 1 januari 2021 geldt dat de energieprestatie van alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteit, moet voldoen aan de eisen van Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG).

Afbeelding van Park Valley in Diemen ter illustratie voor een artikel over BENG
Beeld: Park Vally door Plomp

Bijna Energie Neutrale Gebouwen

In de BENG-methodiek wordt de energieprestatie van gebouwen bepaald aan de hand van drie energieprestatie-indicatoren:
• EP-1: de energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar (kWh/m2.jr)
• EP-2: het primair fossiel energiegebruik, in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar (kWh/m2.jr)
• EP-3: het aandeel hernieuwbare energie in procenten (%).

De BENG-eisen stellen maximale grenswaarden (EP-1 en EP-2) of minimale grenswaarden (EP-3) aan elk van deze indicatoren. De hoogten van deze grenswaarden zijn vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en verschillen per gebruiksfunctie. Voor eengezinswoningen gelden bijvoorbeeld de volgende BENG-eisen: EP1 ≤ 55 kWh/m2.jr, EP2 ≤ 30 kWh/m2.jr en EP3 ≥ 50%.

Wat betekenen de verschillende energieprestatie-indicatoren?

EP-1 is een indicator voor de energiebehoefte van het gebouw zelf. Daarmee wordt bedoeld de warmte- en/of koude die het gebouw nodig heeft om op temperatuur te blijven, ongeacht welke verwarmings- en/of koelinstallaties daarvoor worden ingezet. EP-1 zegt daarmee vooral iets over de bouwkundige schil van het gebouw. Factoren die veel effect hebben op EP-1 zijn isolatiewaarde, kierdichting, zontoetreding, gebouwvorm en bouwmethode.

EP-2 is een indicator voor het benodigde primair fossiel energieverbruik. Daarin wordt rekening gehouden met alle energie die in het gebouw nodig is voor verwarming, warm tapwater, koeling en ventilatie, verlichting en eventueel bevochtiging (bij woningbouw tellen verlichting en bevochtiging niet mee). Zowel bouwkundige als installatietechnische maatregelen hebben invloed op EP-2. De benodigde energie wordt met een omrekenfactor, op basis van de Nederlandse energiemix, vertaald naar primair fossiele energie. Aanwezige hernieuwbare energie wordt van het primair fossiel energieverbruik afgetrokken.

EP-3 is een indicator voor het aandeel hernieuwbare energie, ten opzichte van het totaal aan benodigde energie (hernieuwbaar en primair fossiel). Hernieuwbare energie is afkomstig uit zon en biomassa, maar ook uit omgevingswarmtebronnen zoals lucht en bodem. PV-panelen en warmtepompen zijn voorbeelden van maatregelen die een positief effect hebben op EP-3.

BENG, ENG en NOM

De BENG-eisen zijn minimale wettelijke vereisten en richten zich op realisatie van een Bijna Energieneutraal Gebouw. Met slimme maatregelen, zoals het toepassen van hoogwaardige isolatie, energiezuinige installaties en meer duurzame energieopwekking, is het uitstekend mogelijk om een betere energieprestatie te realiseren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ENG (Energieneutraal) of NOM (Nul-Op-de-Meter).

Zo doet Merosch sinds 2022 al geen nieuwbouwprojecten meer waarbij de energieambitie lager is dan energieneutraal.Benieuwd naar de precieze verschillen tussen BENG, energieneutraal en NOM?Lees dan ook ons artikel: ‘Het verschil tussen energieneutraal en Nul-Op-de-Meter’.

Actueel & kennis